06. Maak het Provincies en RES-regios mogelijk om gezamenlijk kerncentrales in te zetten voor het bereiken van de RES-doelstellingen
We zien dat bij de invulling van de RES (Regionale Energiestrategie) vooral is gekeken naar wind- en zonne-energie. Dit is niet vreemd omdat dit eigenlijk de enige mogelijkheden waren die werden aangeboden. Bij de besprekingen aan de Klimaattafels werd onder leiding van Ed Nijpels snel (en prematuur) besloten dat kernenergie vóór 2030 onmogelijk zou zijn. Deze uitspraken werden 11 jaar voor 2030 gedaan. We zien dat de nominale bouwtijd voor een kerncentrale in de wereld rond de 6 jaar is. De kerncentrale bij Borssele werd binnen 5 jaar gebouwd. De verwachtingen voor de bouwperiode van nieuwe modulaire serie-geproduceerde SMRs liggen tussen de 2 en 4 jaar.27,28,29,30
Inmiddels wordt het steeds meer de vraag of de RES-regio’s in staat zullen zijn om voldoende draagvlak te vinden om de vereiste capaciteit aan windmolens en zonneweiden te realiseren. Weliswaar werd onlangs bekend dat de huidige RES, indien de goedgekeurde projecten worden uitgevoerd, bijna is ingevuld. Maar na RES 1 kunnen mogelijkerwijs RES 2, 3, 4 en 5 enzovoort komen – de voorliggende taak wordt er voor de regio’s hoe dan ook niet gemakkelijker op. Het is overigens nog maar de vraag of de goedgekeurde RES-1 plannen die nu bekend zijn, allemaal realiseerbaar zijn. Ook is het mogelijk dat aan de huidige “bids” niet kan worden voldaan.
Wanneer men kritisch kijkt naar de onderverdeling in RES-regio’s, dan wordt duidelijk dat er sprake is van een ongelijk speelveld. Niet iedereen heeft namelijk toegang tot dezelfde middelen. We zien vooral grote verschillen in de beschikbaarheid van voldoende wind. Een kustprovincie heeft daar meer van dan provincies die verder landinwaarts liggen. Veel regio’s gaven, door een tekort aan draagvlak voor wind op land, steeds meer de voorkeur aan zonnepanelen. Dit doen zij ondanks de hogere kosten, zowel voor het opstellen van het vermogen als voor de netbeheerders, omdat zonvermogen aankoppelen duurder is dan het aankoppelen van windvermogen.
Om de RES-regio’s een alternatief te bieden, stellen wij voor om hen in staat te stellen de krachten te bundelen om gezamenlijk in grotere duurzame projecten te participeren. Bijvoorbeeld in wind-op-zee, maar ook in bijvoorbeeld Kernenergie-projecten. Vervolgens kunnen zij naar rato de opgewekte CO2-vrije stroom en warmte bijschrijven voor hun RES-doelstellingen. In een pilotstudie hebben wij vastgesteld dat ruim dertien locaties in elf provincies in Nederland geschikt zijn voor de bouw van SMRs. Deze kunnen onder optimale omstandigheden nog vóór 2030 hun eerste elektriciteit leveren. Wel stellen wij voor om de RES-regio’s een à twee jaar respijt te geven om uiteindelijk aan hun verplichtingen te voldoen, mocht er vanuit overheidswege en reguleringdruk toch vertraging ontstaan in de realisatie van SMRs.
27 Citaat van David Sledzik van GE Hitachi: “For our first of a kind we are looking at 30 months, for our Nth of a kind we are looking at 24 months."
28 Citaat van Scott Rasmussen van NuScale: “For a 12-module plant, our construction-cycle is estimated to be 36 months."
29 Citaat van Mark Mitchell van USNC: “The on-site activity will be completed in a manner of months."
30 Uitspraken zijn gedaan tijdens een Conferentie georganiseerd door Fermi Energia : https://youtu.be/nMwdelu7Sjc