From version < 17.1 >
edited by Gijs Zwartsenberg
on 2022/03/01 10:20
To version < 19.1 >
edited by Gijs Zwartsenberg
on 2022/03/01 13:40
< >
Change comment: There is no comment for this version

Summary

Details

Page properties
Content
... ... @@ -1,8 +1,8 @@
1 -**Joint Research Centre: "Kernenergie voldoet aan het 'Do no significant harm'-principe van de Taxonomie"**
1 += **Joint Research Centre: "Kernenergie voldoet aan het 'Do no significant harm'-principe van de Taxonomie"** =
2 2  
3 -Op 19 juni 2020 werd bekend dat de Europese Commissie aan haar eigen onderzoeksbureau, het Joint Research Centre, opdracht had gegeven om tot een oordeel te komen of kernenergie voldoet aan het zogenaamde 'do no significant harm' principle. Doel was om vast te stellen of kernenergie kon worden opgenomen in de EU's Taxonomy for Sustainable Finance.
3 +**Op 19 juni 2020 werd bekend dat de Europese Commissie aan haar eigen onderzoeksbureau, het Joint Research Centre (JRC), opdracht had gegeven om tot een oordeel te komen of kernenergie voldoet aan het zogenaamde 'do no significant harm' principle. Doel was om vast te stellen of kernenergie kon worden opgenomen in de EU's Taxonomy for Sustainable Finance.**
4 4  
5 -Het Do no significant harm-beginsel ([[DNSH>>url:https://www.openriskmanual.org/wiki/Do_No_Significant_Harm_Principle]]) stelt (volgens de voorgestelde EU-verordening inzake duurzame financieringstaxonomie) dat:
5 +Het 'Do no significant harm'-beginsel ([[DNSH>>url:https://www.openriskmanual.org/wiki/Do_No_Significant_Harm_Principle]]) stelt (volgens de voorgestelde EU-verordening inzake duurzame financieringstaxonomie) dat:
6 6  
7 7  Economische activiteiten die een substantiële bijdrage leveren aan de eerste twee doelstellingen (mitigatie van of aanpassing aan de klimaatverandering) moeten worden beoordeeld om ervoor te zorgen dat ze geen significante schade toebrengen aan alle resterende milieudoelstellingen
8 8  
... ... @@ -15,11 +15,11 @@
15 15  
16 16  Bijna een jaar later, op 19 maart 2021, verscheen het rapport van het JRC dat een duidelijk en ondubbelzinnig antwoord gaf op de gestelde vraag: kernenergie voldoet aan de gestelde criteria, in sommige opzichten zelfs beter dan andere CO2-vrije energiebronnen.
17 17  
18 -Het rapport telt 387 pagina’s met een management summary van acht pagina’s. Het is dan ook een genuanceerd rapport dat recht doet aan de complexiteit van sommige afwegingen. Het loont de moeite om van de management summary de ‘Main findings’ te lezen, waarvan hieronder een integrale Nederlandse vertaling is opgenomen, inclusief de belangrijkste afbeeldingen waarnaar in de tekst verwezen wordt.
18 +Het rapport telt 387 pagina’s met een management summary van acht pagina’s. Het is dan ook een genuanceerd rapport dat recht doet aan de complexiteit van het onderwerp. Wie het hele rapport leest, heeft daarmee een goede introductie tot een brede wetenschappelijke kennis over het onderwerp: het rapport is in veel opzichten een metastudie, een samenvatting dus van wetenschappelijke kennis uit veel verschillende disciplines. Het loont dan ook de moeite om van de management summary de ‘Main findings’ te lezen, waarvan hieronder een integrale Nederlandse vertaling is opgenomen, inclusief de belangrijkste afbeeldingen uit de hoofdtekst waarnaar de summary verwijst.
19 19  
20 20  Veel aandacht gaat daarin naar een verantwoorde verwerking van het hoogradioactief afval, op een manier die voldoende zekerheden biedt dat toekomstige generaties en ecosystemen van dit afval geen significante schade zullen ondervinden. In de ‘Voornaamste bevinden’ maakt het rapport duidelijk dat hiervoor meerdere routes en opties bestaan, die nog verder ontwikkeld kunnen worden. Maar het rapport maakt óók duidelijk dat er onder wetenschappers brede consensus bestaat dat geologische eindberging een veilige en duurzame oplossing biedt voor het hoogradioactief afval. Letterlijk staat er:
21 21  
22 -**Voor hoogradioactief afval en verbruikte splijtstof is er een brede consensus onder de wetenschappelijke, technologische en regelgevende gemeenschappen dat definitieve berging in diepe geologische opbergplaatsen de meest effectieve en veiligste haalbare oplossing is die ervoor kan zorgen dat er geen significante schade wordt toegebracht aan de mens leven en het milieu gedurende de vereiste tijdspanne**.
22 +**Voor hoogradioactief afval en verbruikte splijtstof is er een brede consensus onder de wetenschappelijke, technologische en regelgevende gemeenschappen dat definitieve berging in diepe geologische opbergplaatsen de meest effectieve en veiligste haalbare oplossing is die ervoor kan zorgen dat er geen significante schade wordt toegebracht aan het menselijk leven en het milieu gedurende de vereiste tijdspanne**.
23 23  
24 24  In onze uitleg van antinuclearisme zullen we laten zien dat deze brede consensus door tegenstanders van kernenergie al jarenlang systematisch terzijde wordt geschoven. Dit terzijdeschuiven ligt aan de basis van de claim van de antikernenergiebeweging dat kernafval een ‘onopgelost probleem’ zou zijn.
25 25  
... ... @@ -28,10 +28,9 @@
28 28  
29 29  = Voornaamste bevindingen* =
30 30  
31 -(% class="wikigeneratedid" %)
32 -====== (*vertaling van de ‘Main findings’, p. 11 tm 15 uit bovenstaand rapport) ======
31 +====== (*vertaling van de ‘Main findings’, p. 11 tm 15 uit het rapport) ======
33 33  
34 -De vergelijking van de milieueffecten van verschillende technologieën voor elektriciteitsopwekking op de menselijke gezondheid en het milieu leidt tot de volgende hoofdbevindingen:
33 +**De vergelijking van de milieueffecten van verschillende technologieën voor elektriciteitsopwekking op de menselijke gezondheid en het milieu leidt tot de volgende hoofdbevindingen:**
35 35  
36 36  — De gemiddelde BKG-emissies (broeikasgas) gedurende de levenscyclus bepaald voor elektriciteitsproductie uit kernenergie zijn vergelijkbaar met de waarden die kenmerkend zijn voor waterkracht en wind (zie figuur 3.2-6 van deel A);
37 37  
... ... @@ -110,7 +110,7 @@
110 110  
111 111  — Middelactief afval dat niet in bovengrondse of nabij bovengrondse voorzieningen kan worden gestort, moet op grotere diepte in geologische bergingsvoorzieningen worden gestort.
112 112  
113 -— **Voor hoogradioactief afval en verbruikte splijtstof is er een brede consensus onder de wetenschappelijke, technologische en regelgevende gemeenschappen dat definitieve berging in diepe geologische opbergplaatsen de meest effectieve en veiligste haalbare oplossing is die ervoor kan zorgen dat er geen significante schade wordt toegebracht aan de mens leven en het milieu gedurende de vereiste tijdspanne**. De definitieve berging van verbruikte splijtstof en radioactief afval in een bergingsinstallatie voorziet in plaatsing in een systeem met meerdere barrières (ontworpen en natuurlijk) in een stabiele geologische formatie enkele honderden meters onder het maaiveld. De specifieke configuratie van de bergingsinstallatie hangt af van de kenmerken en het radioactiviteitsgehalte van het afval. De configuratie met meerdere barrières van de opslagplaats voorkomt dat radioactieve stoffen de biosfeer binnen de gestelde termijn bereiken. Omdat er geen radioactieve stoffen vrijkomen in de toegankelijke biosfeer, is er geen sprake van radiologische vervuiling of aantasting van gezonde ecosystemen, inclusief het water en het mariene milieu.
112 +— **Voor hoogradioactief afval en verbruikte splijtstof is er een brede consensus onder de wetenschappelijke, technologische en regelgevende gemeenschappen dat definitieve berging in diepe geologische opbergplaatsen de meest effectieve en veiligste haalbare oplossing is die ervoor kan zorgen dat er geen significante schade wordt toegebracht aan het menselijk leven en het milieu gedurende de vereiste tijdspanne**. De definitieve berging van verbruikte splijtstof en radioactief afval in een bergingsinstallatie voorziet in plaatsing in een systeem met meerdere barrières (ontworpen en natuurlijk) in een stabiele geologische formatie enkele honderden meters onder het maaiveld. De specifieke configuratie van de bergingsinstallatie hangt af van de kenmerken en het radioactiviteitsgehalte van het afval. De configuratie met meerdere barrières van de opslagplaats voorkomt dat radioactieve stoffen de biosfeer binnen de gestelde termijn bereiken. Omdat er geen radioactieve stoffen vrijkomen in de toegankelijke biosfeer, is er geen sprake van radiologische vervuiling of aantasting van gezonde ecosystemen, inclusief het water en het mariene milieu.
114 114  
115 115  — De veiligheid van diepe geologische bergingsinstallaties tijdens de exploitatie is mede gebaseerd op actieve monitoring en controle. De veiligheid op lange termijn van radioactief afval in de geologische berging, vooral na de sluiting ervan, mag niet afhangen van enige institutionele controle en moet gebaseerd zijn op inherente passieve kenmerken. Passieve kenmerken zijn onder meer kunstmatige en natuurlijke barrières die geen continue toevoer van actieve systemen vereisen (bijv. elektriciteit), noch periodiek onderhoud, vervanging van onderdelen of permanente bewaking vereisen. In het geval van een diepe geologische eindberging van verbruikte splijtstof en hoogactief afval, moeten de structuren van de faciliteit en de natuurlijke media hun insluitingsfuncties vervullen zonder tussenkomst van buitenaf en zo lang als nodig is.
116 116  

Child Pages

Page Tree