Wat kernenergie is, en waarom we het nodig hebben
Wat kernenergie is, en waarom we het nodig hebben
David MacKay, Sustainable energy without the hot air,
Rauli Partanen en Janne Korhonen ‘Kernenergie als kans’ (‘Climate Gamble’),
Gwyneth Cravens ‘Power to save the world’.
MacKay: Britse humor en sommetjes maken
In ‘Sustainable energy…’ doet de Britse energie-professor David MacKay iets heel bijzonders. Hij wil u op weg helpen om zelf sommetjes te gaan maken over energie, zodat u uw eigen energieplan kunt samenstellen. Hij leert u de eenheden, legt u uit waarom u als u de krant leest maar geen vat op het energiedebat krijgt, en laat u zien hoe u dat wel lukt. David MacKay is niet de eerste de beste. Hij is door de Britse regering aangesteld tot speciaal adviseur over het energiebeleid. Had de Nederlandse regering ook maar zo’n onbevreesde, heldere en onafhankelijke denker als adviseur gehad! Maar u kunt dit tekort goedmaken door dit boek te lezen. De grote kracht van het boek is dat MacKay voor of tegen geen enkele energiebron is, maar wel pro-sommetjes. Klinkt misschien saai, maar is het niet, als je je het tenminste laat vertellen door een onderkoelde Brit die over een geweldige dosis humor beschikt. MacKay’s voortijdige overlijden in 2017 was een groot verlies voor ons allemaal. Maar zijn geest leeft voort in zijn werk. Het boek is volledig en gratis online te lezen, en verschaft u onafhankelijk denkvermogen over energie.
Over MacKay is vanuit de windlobby wel gemopperd dat hij ‘te pessimistisch’ was over windenergie, maar dat valt nogal mee. Ten eerste zag MacKay bewust af van het maken kostenschattingen, dus kostendalingen van windenergie hebben geen invloed op zijn argumentatie. Daarentegen zijn de oppervlaktes die hij nodig acht, vrijwel onveranderd gebleven, ondanks sterke verbeteringen in de technologie. Tenslotte heeft MacKay het probleem van de variabele opbrengst van windturbines niet eens aan de orde gesteld: hij heeft net gedaan alsof de kilowatturen van windenergie gewoon bij elkaar opgeteld kunnen worden, waardoor zijn verhaal over windenergie eigenlijk te optimistisch is. Het probleem dat die variabiliteit oplevert, wordt wel goed uitgelegd in het boek ‘Climate Gamble’, dat we hieronder bespreken.
Korhonen en Partanen: we gokken met het klimaat
Net voor zijn dood schreef David MacKay een aanbeveling voor dit boekje van de jonge Finse auteurs Janne Korhonen en Rauli Partanen. Deze auteurs zoomen in de energietransitie en wat daarin tot dusverre is bereikt, en hoe ver we nog van ons doel verwijderd zijn. En uiteraard op kernenergie, en het debat daarover. Als geen ander brengen ze in beeld hoe ongelijk het speelveld is als het gaat om de wijze waarop energiebronnen beoordeeld worden door pers en politiek. En hoe ver sommige organisaties gaan in het verspreiden van verkeerde voorstellingen van zaken over kernenergie. Ronduit amusant is hun schets van hoe de opslag van kernafval gepresenteerd wordt als ‘onopgelost probleem’.
De ondertoon van Kernenergie als kans is echter verontrust en verontrustend. De auteurs maken duidelijk dat het nu uitsluiten van kernenergie, zoals de Europese Unie tracht te doen, op zijn best een kolossale gok is met ons klimaat en onze toekomst. Vandaar dat hun boek oorspronkelijk ‘Klimaatgok’ heet - de Nederlandse uitgever koos voor een wat mildere titel.
Cravens: verrassende odyssee van een tegenstander van kernenergie
Gwyneth Cravens, de auteur van het derde boek, was tegen kernenergie toen ze begon aan het schrijven ervan. Dat zat zo. Op een feestje ontmoette ze Rip (Richard) Anderson, een erudiete man die zijn hele leven in de nucleaire sector had gewerkt. Ze raakten aan de praat over kernenergie. Cravens was daar fel tegenstander van. Anderson vroeg: waarom eigenlijk? In het gesprek dat volgde, werd Cravens uiteindelijk toch nieuwsgierig: dat was ze immers altijd als nonfictie-schrijver. Waarom was ze eigenlijk nooit nieuwsgierig geweest naar kernenergie? Ze besluit de uitdaging aan te gaan. Het boek beschrijft vervolgens hoe de twee een groot deel van de VS afreizen, waarbij Cravens langzaam maar zeker uitvindt hoe het zit. Het boek leest dan ook als een reisverslag door een onbekende wereld. En Rip Anderson blijkt een bijzonder bekwame gids. Je verveelt je geen moment. Dat Cravens van de ene in de andere verbazing valt en het boek toch niet gaat vervelen, is te danken aan haar excellente kwaliteit als schrijver en verteller. Ze blijft kritisch tot het eind, en aarzelt niet om meer deskundigen in te schakelen als ze vindt dat een bepaald punt niet voldoende is uitgediept.